Naakt bij de koningin

We waren bij vrienden van ons in Den Haag. Ze hadden twee uur in de rij gestaan om langs de baar van Juliana te defileren. ‘Majesteit, uw leven is voorbij – en mijn jeugd’, heeft Phil in het boek geschreven. Karin had op de school gezeten waar de prinsjes, de kleinzoons van Juliana, ook op zaten; dat schept een band. Verder kun je hen niet op enigerlei vorm van koningsgezindheid betrappen.
Phil greep de gelegenheid aan om nu eens met eigen ogen Paleis Noordeinde van binnen te zien. Daar speelt zich één van zijn favoriete verhalen af en helaas speel ik daarin een rol. Ik werkte toen nog voor de papieren editie van Het Vrije Volk, het moet 1986 of 1987 zijn geweest. Op een vrijdagmiddag om vier uur zou op het paleis aan Hugo Claus de Staatsprijs der Nederlandse Letteren worden uitgereikt door H.M. de Koningin. Die vrijdag had ik thuis gewerkt. Om drie uur stapte ik in de auto. Aangekomen op Noordeinde geef ik mijn winterjas af aan de garderobe, waarop ik de ene lakei tegen de andere hoor zeggen: ‘Nou, laat hem zijn jas maar aanhouden.’ Blijk ik inderhaast vergeten te hebben een colbertjasje aan te trekken. Sterker nog: ik draag een anti-protocolaire, knalblauwe trui.
Ik ben een beetje achterin het zaaltje gaan zitten. Toen iedereen zat, kwamen Beatrix, prins Claus en Hugo Claus binnen. De blik van de koningin bleef even op mij rusten. Nooit eerder had ik me zo naakt gevoeld.

Een gedachte over “Naakt bij de koningin

Plaats een reactie